kerkdienst 10:00 – dienst ook online te volgen

20 juni 2021

  • Voorganger: Ds. H. Brandsen uit Harderwijk
  • Organist: Rob van Roon

Er zijn veel aanpassingen in het gebruik van de kerkzaal, op deze pagina vindt u daar alle informatie over.
Het meeluisteren van de dienst kan via deze pagina of de kerkdienstgemist-app.

 

Orgelspel
Mededelingen
Muziek (Psalm 138)
Stil gebed
Votum en groet
Inleiding thema
Kinderlied (Opwekking 42)
Gebed
Schriftlezing (Lukas 7: 36-50)
Muziek (Opwekking 125)
Verkondiging
Orgelspel
Gebeden
Muziek (Nieuwe Liedboek 416)
Zegen
Orgelspel

Psalm 138
U loof ik, Heer, met hart en ziel,
in eerbied kniel ik voor U neder.
Ja, in de tegenwoordigheid
der goden wijd ik U mijn beden.
Naar ’t heiligdom waar Gij vertoeft
hef ik het hoofd, ik zal U prijzen.
Gij zult, o Here, wijd en zijd
uw heerlijkheid en trouw bewijzen.

Als, ik omringd door tegenspoed,
bezwijken moet, schenkt Gij mij leven.
Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,
uw rechterhand zal redding geven.
De Heer is zo getrouw als sterk,
Hij zal zijn werk voor mij voleinden.
Verlaat niet wat uw hand begon,
o Levensbron, wil bijstand zenden.

Opwekking 42
‘k Stel mijn vertrouwen
op de Heer, mijn God.
Want in zijn hand
ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief,
zijn vrede woont in mij.
‘k Zie naar Hem op en ‘k weet:
Hij is mij steeds nabij.

‘k Stel mijn vertrouwen
op de Heer, mijn God.
Want in zijn hand
ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief,
zijn vrede woont in mij.
‘k Zie naar Hem op en ‘k weet:
Hij is mij steeds nabij.

Opwekking 125
Heer, ik kom tot U,
hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu,
en reinig mijn hart.

Met uw liefde, Heer,
kom mij tegemoet,
nu ik mij tot U keer,
en maak alles goed.

Zie mij voor U staan,
zondig en onrein.
O, Jezus raak mij aan,
van U wil ik zijn.

Jezus op uw woord,
vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
mijn bede tot U.

Nieuwe Liedboek 416
Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen
met Zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou Zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

Ga met God en Hij zal met je zijn:
In Zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij elkaar ontmoeten,
in Zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

 

Lukas 7:36-50
36 Een van de Farizeeën nodigde hem uit voor de maaltijd, en toen hij het huis van de Farizeeër was binnengegaan, ging hij aan tafel aanliggen. 37 Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares had gehoord dat hij bij de Farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. 38 Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteneinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie. 39 Toen de Farizeeër die hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is. 40 Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, ik heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij. 41 ‘Er was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. 42 Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’ 43 Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’ 44 Toen draaide hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar afgedroogd. 45 Je hebt me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust. 46 Je hebt mijn hoofd niet met olie ingewreven; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten ingewreven. 47 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ 48 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ 49 Zijn tafelgenoten dachten bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft? 50 Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’