Kerkdienst 10:00 uur – dienst ook online te volgen

13 december 2020

  • Voorganger: Ds. Willem Nijsse
  • Organist: Jaap Haarman
  • Bijzonder: Viering Heilig Avondmaal

Er zijn veel aanpassingen in het gebruik van de kerkzaal, op deze pagina vindt u daar alle informatie over.

Deze zondag willen we het Heilig Avondmaal vieren in de kerk. Vanwege de huidige maatregelen zullen we dat op een iets andere manier vieren dan normaal. Dominee Nijsse zal voor de dienst bij de vooringang van de kerk staan en daar zal hij kleine zakjes met het brood voor het Avondmaal aan ons uitdelen. U kunt dat dan meenemen naar uw zitplaats en het daar bewaren tot we het Avondmaal gaan vieren. We zullen in de dienst het Avondmaal op de gebruikelijke manier vieren. We hoeven nu alleen in de dienst niet naar voren te komen om het brood te ontvangen, maar we kunnen het met elkaar tegelijk eten op onze plaats. De wijn kunnen we helaas niet op deze manier uitdelen. Dominee Nijsse zal de wijn in de dienst inschenken en bij het eten van het brood zal hij ook van de wijn drinken in plaats van ons allemaal. Ook thuis kunt u het avondmaal meevieren door brood en wijn klaar te zetten en dit te eten en drinken op hetzelfde moment als in de kerk.

 

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Muziek (Nieuwe Liedboek 433)
Stil gebed
Votum & Groet
Voorleeslied (Nieuwe Liedboek 441: 1, 7, 8)
Gebed
Schriftlezing (1 Samuël 3: 1-10)
Muziek (Samuël, Samuël)
Preek
Orgelspel
Heilig Avondmaal
Muziek (Evangelische liedbundel 331)
Gebeden
Muziek (Gaudete, Gaudete, Christus est natus’)
Zegen
Orgelspel
Collecte bij uitgang
* 1e collecte: Thermometeractie – Schuldhulpmaatje
* 2e collecte: Plaatselijke kerk 
* 3e collecte: Avondmaalcollecte

 

Nieuwe Liedboek 433
Kom tot ons, de wereld wacht,
Heiland, kom in onze nacht,
licht dat in de nacht begint,
kind van God, Maria’s kind.

Kind dat uit uw kamer klein
als des hemels zonneschijn
op de aarde wordt gesteld,
gaat uw weg zoals een held.

Gij daalt van de Vader neer
tot de Vader keert Gij weer,
die de hel zijt doorgegaan
en hemelwaarts opgestaan.

Uw kribbe blinkt in de nacht
met een ongekende pracht.
Het geloof leeft in dat licht
waarvoor al het duister zwicht.

Lof zij God in ’t hemelrijk,
Vader, Zoon en Geest gelijk,
nu en overal altijd,
nu en tot in eeuwigheid.

Nieuwe Liedboek 441: 1, 7, 8
Hoe zal ik U ontvangen,
wat wordt mijn eerste groet?
U, ieders hartsverlangen,
vervult ook mij met gloed!
O Jezus, licht der wereld,
verlicht mij, dat ik weet
waarmee ik U moet eren,
U waardig welkom heet.

Waarom u zorgen maken
met vragen, dag en nacht,
hoe u Hem zult ontvangen
met uw gebrek aan kracht?
Hij komt, Hij komt met liefde,
wil zo graag bij u zijn!
Want Hij weet van uw grieven,
en Hij stilt al uw pijn.

Ook hoeft geen mens te vrezen
die aan zijn zonden lijdt,
want Hij komt u genezen
met zijn genegenheid.
Uw trooster is nu nabij,
die uw vergeving is!
Met alle kinderen deelt Hij
zijn vaders erfenis.

Samuël, Samuël,
Samuël, Samuël, Samuël.

De tempel ligt al stil,
een stem klinkt door de nacht.
Roept Eli onverwachts,
net nu je slapen wilt.

Nee, Eli is het niet,
tot tweemaal, driemaal toe.
Ach Eli is te moe
om wonderen te zien.

Samuël, Samuël, Samuël.

Maar weet je, Samuël,
die stem is van de Heer.
Hij roept vast nog een keer,
wacht maar, je hoort het wel.

Zeg dan: Hier is Uw knecht,
ik heb uw stem gehoord.
Ik luister woord voor woord,
naar alles wat u zegt.

Samuël, Samuël, Samuël.

Evangelische Liedbundel 331
Prijs de Heer, mijn ziel,
en prijs Zijn heil’ge Naam.
Prijs de Heer, mijn ziel,
die mij het leven geeft.

Gaudete, Gaudete, Christus es natus’ (vertaling staat hieronder)
Gaudete, gaudete
Christus est natus
Ex Maria Virgine
Gaudete

Gaudete, gaudete
Christus est natus
Ex Maria Virgine
Gaudete

Tempus adest gratiae
Hoc quod optabamus
Carmina laetitiae
Devote reddamus

Gaudete, gaudete
Christus est natus
Ex Maria Virgine
Gaudete

Deus homo factus est
Natura mirante
Mundus renovatus est
A Christo regnante

Gaudete, gaudete
Christus est natus
Ex Maria Virgine
Gaudete

Ezechielis porta
Clausa pertransitur
Unde Lux est orta
Salus invenitur

Gaudete, gaudete
Christus est natus
Ex Maria Virgine
Gaudete

Ergo nostra contio
Psallat iam in lustro
Benedicat Domino
Salus Regi nostro

Gaudete, gaudete
Christus est natus
Ex Maria Virgine
Gaudete

Gaudete, Gaudete, Christus es natus’ (vertaling)
Verheugt u, verheugt u! Christus is geboren
uit Maria, de maagd, verheugt u!
Verheugt u, verheugt u, Christus is geboren
uit de maagd Maria, verheugt u!

Verheugt u, verheugt u! Christus is geboren
uit Maria, de maagd, verheugt u!
Verheugt u, verheugt u, Christus is geboren
uit de maagd Maria, verheugt u!

De tijd van genade is gekomen
waarnaar wij verlangden.
Liederen van vreugde
laat ons die eerbiedig offeren.

Verheugt u, verheugt u! Christus is geboren
uit Maria, de maagd, verheugt u!
Verheugt u, verheugt u, Christus is geboren
uit de maagd Maria, verheugt u!

God is mens geworden
terwijl de natuur zich verwondert.
De wereld is vernieuwd
door Christus die regeert.

Verheugt u, verheugt u! Christus is geboren
uit Maria, de maagd, verheugt u!
Verheugt u, verheugt u, Christus is geboren
uit de maagd Maria, verheugt u!

De gesloten poort van Ezechiël
wordt doorgegaan.
Vanwaar het licht is opgegaan
wordt het heil gevonden.

Verheugt u, verheugt u! Christus is geboren
uit Maria, de maagd, verheugt u!
Verheugt u, verheugt u, Christus is geboren
uit de maagd Maria, verheugt u!

Laat dus onze vergadering
reeds in de Adventstijd lofliederen zingen,
de Heer prijzen;
heil onze Koning!

Verheugt u, verheugt u! Christus is geboren
uit Maria, de maagd, verheugt u!
Verheugt u, verheugt u, Christus is geboren
uit de maagd Maria, verheugt u!

 

1 Samuël 3:1-10
1 De jonge Samuël diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. 2 Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien. 3 Samuël lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. 4 Toen riep de HEER Samuël. ‘Ja, ‘antwoordde Samuël. 5 Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’ Toen Samuël weer lag te slapen, 6 riep de HEER hem opnieuw. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’ 7 Samuël had de HEER nog niet leren kennen, want de HEER had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten. 8 Opnieuw riep de HEER Samuël, voor de derde keer. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de HEER was die de jongen riep. 9 Hij zei tegen Samuël: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, HEER, uw dienaar luistert.”‘ Samuël legde zich weer te slapen, 10 en de HEER kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuël! Samuël!’ En Samuël antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’